
Door de COVID-19 crisis en getroffen maatregelen zijn we allemaal veel meer thuis gaan werken. Werknemers die voor hun werk niet afhankelijk zijn van de locatie wordt gevraagd zoveel mogelijk thuis te werken, maar ook studenten en scholieren volgen een groot deel van het onderwijs thuis achter hun computer. En niet alleen voor het werk dat we normaal al achter het beeldscherm deden. Ook al onze vergaderingen en overlegmomenten vinden momenteel voor het grootste gedeelte door middel van videobellen óók achter de laptop of computer plaats.
Al met al werken we in deze periode dus meer en langer achter een beeldscherm. Deze nieuwe manier van werken zal ongetwijfeld ook invloed hebben op onze toekomstige manier van werken [1]. Zo hebben we ervaren dat online vergaderen veel reistijd kan besparen en even ongestoord thuis kunnen werk en ook zijn voordelen heeft.
Lichamelijke klachten door werkplek thuis
Kortom we werken meer thuis en zullen dat in de toekomst vermoedelijk ook veel meer blijven doen. Maar waar op kantoor de werkplek vaak was ingericht volgens de Arborichtlijnen met een bureau en bureaustoel die voldoen aan de normen en richtlijnen voor kantoormeubilair (o.a. NEN-EN 1335, NPR 1813 en NEN-EN 527) is dat thuis vaak niet zo. Sommigen waren al wat meer ingesteld op af en toe thuis werken en hebben bijvoorbeeld een kantoor of een werkplek aan huis. Maar velen doen het thuis beeldschermwerken momenteel zo goed en zo kwaad als dat gaat, vaak gewoon aan de eettafel en op de stoel die het meest dichtbij staat. En dan blijkt dat die mooie instelbare bureaustoel en in hoogte verstelbare tafel van kantoor zo gek nog niet waren, want ineens doet de rug pijn, de nek zeer en zijn de ogen en oren vermoeid na een dagje werken. De inrichting van het kantoor naar huis halen is veelal geen werkbare oplossing want niet iedereen heeft eenvoudigweg de ruimte voor een extra tafel en stoel. De vraag is dus hoe je thuis toch een ergonomisch verantwoorde werkplek kunt maken en wanneer het wellicht toch wél verstandig is om thuis wat extra ruimte te maken voor die fijne instelbare stoel van kantoor.
Arborichtlijnen
De werkplek thuis moet in principe voldoen aan dezelfde richtlijnen als een werkplek op kantoor. Volgens de Arbowet heeft de werkgever namelijk een ‘zorgplicht’, wat zoveel wil zeggen dat zij moeten zorgen voor een gezonde en veilige werkplek voor de werknemer en voor een inrichting van de werkplek die aan de persoonlijke eigenschappen van de werknemer is aangepast [1]. Dat geldt net zo goed voor een werkplek thuis. Het gaat dan om de gezondheid van werknemers in brede zin, dus ook wat betreft de psychosociale kant. Dat de COVID-crisis en de maatregel ‘zoveel mogelijk thuiswerken’ op sociaal gebied voor veel werknemers zeer ingrijpende gevolgen heeft is duidelijk. Dit artikel zal echter voornamelijk ingaan op de lichamelijke aspecten van thuis werken en hoe goed die thuiswerkplek in ‘fysieke zin’ passend is.
Een probleem daarbij is dat een werkgever de thuiswerkplekken van al zijn werknemers natuurlijk niet kent en niet weet of deze wel ‘passend zijn’ voor de persoonlijke eigenschappen van de werknemer en de aard van het werk dat hij of zij doet. Merk je dat je nu soms al wat klachten ervaart na een dag beeldschermwerken thuis, dan is het absoluut verstandig om te controleren of jouw huidige werkplek wel past bij jouw lichaam; vaak is dat dan namelijk niet zo. Vervolgens kun je in overleg met je werkgever aangeven wat er nodig is om in jouw thuissituatie een gezonde werkplek te maken. Maar ook als je geen klachten hebt, is het altijd verstandig te controleren of het meubilair goed bij je lichaam past. Want voorkómen is ten slotte altijd beter dan genezen.
Wat is een gezonde werkplekinrichting?
De basisgedachte achter ‘een gezonde (of ergonomische) werkplekinrichting’ is dat deze je lichaam voldoende ondersteuning biedt zodat de krachten die op het lichaam werken zo min mogelijk spierspanning leveren in het lichaam en tegelijkertijd zoveel mogelijk ruimte bieden voor beweging en afwisselen van de lichaamshouding zodat het lichaam zich weer goed kan herstellen. Daarnaast is het belangrijk om te bekijken of er in de werkplekomgeving zaken zijn die een nadelige invloed hebben op je lichaamshouding. Bijvoorbeeld als de ruimte voor de benen beperkt is, moet je noodgedwongen in een bepaalde positie zitten. En vaak is deze niet natuurlijke houding zwaarder voor het lichaam én kun je erdoor minder vrij bewegen.
Bij het zitten op een stoel en werken aan een tafel zijn er eigenlijk 4 vlakken waar je lichaam steun krijgt; de vloer (voeten), de stoelzitting (bovenbeen en billen), de rugleuning (holling van de rug) en de tafel/armsteunen (de onderarmen). Jouw persoonlijke lichaamsafmetingen bepalen waar die steunvlakken zich in een ideale situatie zouden moeten bevinden. Zo bepaalt bijvoorbeeld de lengte van je onderbenen (en eventueel de hoogte van je schoenzolen) hoe hoog de zitting van jouw stoel moet zijn en bepaalt de hoogte van je elleboog* hoe hoog het werkblad van je tafel moet zijn.
[* de afstand van het zitvlak tot de onderkant van je elleboog als je in zittende positie je bovenarmen ontspannen langs het lichaam laat hangen en de onderarmen horizontaal houdt]
Wat zijn de grootste problemen bij werken aan de keukentafel?
In de thuissituatie staat vaak meubilair dat een vaste vorm heeft; zo kun je de hoogte en diepte van de zitting van een eetkamerstoel vaak niet veranderen. Dat is al anders bij bureaustoelen. Die kun je meestal wat betreft zithoogte aanpassen (hoewel de mogelijkheden voor de zitdiepte vaak beperkt zijn). Bureaustoelen die voldoen aan de normen (NEN-EN 1335 of de speciaal op de lange Nederlanders aangepaste NPR 1813) kunnen zelfs op allerlei manieren passend gemaakt worden voor verschillende lichaamsmaten. Het bereik van de instelmogelijkheden is daarbij zo gekozen dat ze geschikt zijn voor een groot deel van de bevolking. Dat is handig voor een werkgever, want deze weet zo zeker dat veel werknemers – mits die hun stoel op hun lichaam afstellen- een goed passende stoel hebben.
Stel je zit thuis inderdaad aan meubilair dat je niet van vorm kunt veranderen. Is dat erg? De meeste mensen zitten ten slotte dagelijks op hun eetkamerstoel aan de keukentafel en hebben geen centje pijn. Wat zijn dan naar verwachting de problemen die je kunt ervaren als je op deze plek ook gaat beeldschermwerken voor langere tijd?
Over het algemeen geldt dat in een stoel-tafel combinatie die niet goed past bij je lichaamsafmetingen de armen meestal niet goed ondersteund worden, waardoor je na een langere tijd werken pijn in de schouders en/of nek zult krijgen. Wanneer het beeldscherm erg laag staat, iets dat bij het gebruik van laptops vaak het geval is, zal het hoofd meer voorovergebogen moeten worden om het scherm te zien. Deze houding geeft een grotere belasting op de nekspieren en kan na een tijdje pijn in de nek veroorzaken. Tot slot kan het zitten op een stoel die te hoog is na een lange dag werken leiden tot een oncomfortabel gevoel in de benen en voeten. En kan het zitten op een stoel die juist te laag voor je is of een stoel met onvoldoende steun voor je rug op den duur leiden tot pijn in de onderrug of in de nek. Het is dus van belang erachter te komen of jouw werkplek thuis ergonomisch is ingericht en als dat niet zo is welke aanpassingen in jouw situatie dan eenvoudig zijn aan te brengen en tot de grootste verbetering leiden. Soms kan de conclusie zijn dat de oplossing niet zo simpel is. Wellicht kun je dan samen met je werkgever op zoek naar een gezonder alternatief, of als je nog studeert: het probleem aankaarten bij je opleidingsinstantie.
Lees verder …. (valkuilen en tips)
Bron: NEN