
Thuiswerken bevalt sommige bedrijven zo goed dat ze de kantoorruimte inkrimpen of helemaal afstoten. Dat heeft echter belangrijke nadelen, zegt gezondheidspsycholoog Ulrika Léons.
Met de vervanging van de offline vergaderstructuren door beeldoverleg, het constant online-zijn en het telkens switchen tussen beeldscherm ligt psychosociale overbelasting, zoals werkstress, op de loer. Dit stelt Ulrika Léons, gezondheidspsycholoog en directeur van Skils, gespecialiseerd in psychologische dienstverlening en onderdeel van Zorg van de Zaak Netwerk. ‘Nederland heeft massaal de kantoortuin in huis gehaald. De drukke kantoortuin is ingeruild voor een thuiswerkplek die medewerkers overprikkelt; oftewel de kantoortuin 2.0.’
Door het thuiswerken als gevolg van corona overwegen veel bedrijven uit kostenoverwegingen om kantoorpanden af te stoten. Mensen werken toch niet meer fulltime op kantoor, dus na de crisis hoeft dit ook niet, zo is de redenering. Het afstoten van kantoorruimte is volgens Léons echter een gevaar voor de continuïteit van de organisaties. ‘De sociale context van een werkplek maakt de organisatie. Je wilt als werkgever niet inwisselbaar zijn en gereduceerd worden tot een beeldmerk.’
Solistisch werk
Volgens Léons treft het vooral alleenstaanden en mensen die de hele dag in hun eentje achter de computer solistisch werk verrichten. ‘Het ‘productieapparaat’ van kantoor verplaatsen naar de woonkamer, wat geen omgeving is waar het brein floreert, zal gevoelens van vervreemding en eenzaamheid opwekken. Mensen voelen zich minder gecommitteerd aan hun werkgever, waardoor er een hoger verloop dreigt. Daarnaast leidt het tot productieverlies bij degene die blijven. Is het uitgangspunt van het afstoten van kantoorruimte alleen het verdienmodel? Of kijken we naar de behoefte van mensen?’
Volgens haar is ‘een hybride vorm’ de oplossing, waarbij de voordelen van thuiswerken niet verloren gaan en er ruimte is voor verbinding op kantoor. ‘We hebben dat kantoor dus nog steeds nodig. Niet alleen om dat belangrijke groepsgevoel te behouden, maar ook om elkaar te inspireren en te verbeteren. Organisaties moeten daarom thuiswerk- en kantoorwerkmogelijkheden bieden en werkmodellen naar de aard van de werkzaamheden opstellen die met name kenniswerkers en hun brein ondersteunen.’
Bron: Nederlands Dagblad (ND)