
Naast alle negatieve gevolgen lijkt de coronacrisis ook kansen te bieden voor mens en milieu. Diverse ontwikkelingen zijn in een stroomversnelling geraakt, maar welke van deze ontwikkelingen zullen de meeste impact op de facilitaire branche hebben? Carlien Noppers deed in opdracht van FMN Community Oost-Nederland kwalitatief onderzoek naar de blijvende gevolgen van de coronacrisis voor het facilitaire werkveld.
1. Hybride werken heeft de voorkeur
Het vele thuiswerken is bij veel bedrijven de norm geworden. Wat vanuit noodzaak ontstond wordt inmiddels door het bedrijfsleven en zijn medewerkers omarmd. Voor de toekomst lijkt een hybride vorm de voorkeur te krijgen.
2. Herinrichting van de thuiswerkplek
Te verwachten valt dat de FM’er in samenwerking met HR en IT zal faciliteren in ergonomische thuiswerkplekken en passende technologie. Zonder technologie kunnen we ons werk niet meer doen. Uit het onderzoek blijkt dat veel technologieën al beschikbaar waren, maar voorheen over het hoofd werden gezien. De coronacrisis heeft het gebruik en de adoptie van ‘digital workplace tools’ versneld. Daarnaast blijkt dat het FMIS-gebruik door de coronacrisis is toegenomen.
3. De nieuwe rol van het kantoor
Ondanks een goede thuiswerkplek behoudt het kantoor zijn waarde. Maar hoe ziet het kantoor er straks uit? Er zullen minder kantoormeters nodig zijn en de vierkante meters van het kantoor worden anders ingericht. Medewerkers komen met een andere behoefte naar kantoor, namelijk voor het ontmoeten, samenwerken, brainstormen of voor middelen waar zij thuis niet over beschikken. Wat is de impact van deze nieuwe manieren van werken op de schoonmaak, catering, koffie en andere voorzieningen?
4. Aandacht voor gezondheid en welzijn van medewerker
Het hybride werken zal ook effect hebben op hoe organisaties binding met hun werknemers vormgeven en op het te voeren mobiliteitsbeleid. Maar uiteindelijk zullen met name de gezondheid en het welzijn van de medewerkers aandacht nodig hebben.
Download het rapport: ‘De gevolgen van de coronacrisis voor de werkomgeving’
Bron: Facility Management Nederland (FMN)