Onderzoek Rabobank: derde van de werktijd zal vanuit huis plaatsvinden

Bron: Unsplash

De coronapandemie heeft voor een enorme groei in thuiswerken gezorgd. Mensen die konden thuiswerken, werden in maart 2020 door de overheid dringend verzocht dit ook daadwerkelijk te doen. Veel mensen zijn er sinds die tijd achter gekomen dat thuiswerken zowel voor- als nadelen heeft. Nu de anderhalve-meter-beperkingen en het strikte advies om vooral thuis te werken zijn losgelaten, rijst de vraag dan ook in hoeverre, in welke sectoren – en voor wie de thuiswerkeconomie ook na corona overeind blijft staan.

Thuiswerken een blijvertje

Om na te gaan in hoeverre thuiswerken na corona beklijft, heeft Rabobank een enquête uitgezet onder circa 2000 werknemers in Nederland. Na corona blijft 27 procent van de werknemers het merendeel van de tijd thuis werken. Dit percentage is duidelijk lager dan het percentage werknemers dat ten tijden van het thuiswerkadvies het merendeel van de tijd thuis werkten (40 procent), maar ligt nog steeds aanmerkelijk hoger dan het percentage werknemers dat voor corona merendeels thuis werkte (19 procent). En niet alleen het percentage werknemers dat voornamelijk thuis werkt zal na het loslaten van het thuiswerkadvies vanuit de overheid hoger liggen. Ook het percentage van de tijd dat de gemiddelde werknemer vanuit huis werkt, ligt na het opheffen van het thuiswerkadvies aanmerkelijk hoger (35 procent) dan voor corona (24 procent).

Thuiswerken zal in specifieke sectoren wel afnemen

Voor corona bestond de technologie om thuis te werken natuurlijk al, maar werd er niet op grote schaal gebruik van gemaakt. Dit veranderde met de komst van de coronapandemie; om contact met anderen en daarmee de verdere verspreiding van het virus te voorkomen, werd plotsklaps van mensen verwacht zoveel mogelijk thuis te werken. Nu deze verwachting grotendeels wordt losgelaten, dient de vraag zich aan in hoeverre, waar en voor wie thuiswerken de norm blijft.

Tijdens de coronapandemie waren vooral technologische mogelijkheden bepalend bij de beslissing om al dan niet thuis te werken. Met het loslaten van de maatregelen, gaan andere overwegingen ook een rol spelen.  Eén van die overwegingen heeft te maken met de rol die kennis en vertrouwen spelen. Werkzaamheden waarbij kennis en vertrouwen tussen mensen belangrijk zijn, kunnen effectiever en efficiënter worden uitgevoerd in de directe nabijheid van anderen, ook al is het technisch mogelijk om die vanuit huis uit te voeren. Het belang van kennis is bijvoorbeeld groot in beroepen waarin creatieve oplossingen moeten worden bedacht, en gezamenlijk moet worden gebrainstormd. Of in beroepen waarin anderen met enige regelmaat onderwezen, gecoacht of geïnstrueerd moeten worden. En vertrouwen tussen mensen speelt een grote rol in beroepen waarin bijvoorbeeld vaak moet worden onderhandeld, of waarin direct contact met het publiek belangrijk is.

Het belang van kennis en vertrouwen tussen mensen is niet in iedere sector even groot en de mate waarin thuiswerken blijvend is, verschilt daarom waarschijnlijk tussen sectoren.

Grote verschillen in thuiswerkwensen tussen groepen werknemers

Naast technologische mogelijkheden en het belang van kennis en vertrouwen spelen werknemersvoorkeuren natuurlijk ook een rol voor de mate waarin thuiswerken blijvend is. Hoogopgeleide werknemers, werknemers actief in de informatie- en communicatiesector, zakelijke dienstverlening en financiële diensten en werknemers met een hoger inkomen hebben een grotere wens tot thuiswerken.

Conclusie en implicaties

Met de coronapandemie heeft thuiswerken in Nederland een vlucht genomen. In sectoren waar het technologisch mogelijk was, werd er gedurende de coronamaatregelen veel thuisgewerkt. Nu het advies om zoveel mogelijk thuis te werken grotendeels is ingetrokken, zal een deel van de werknemers weer op kantoor, in de fabriek of in de winkel te vinden zijn. Maar in delen van de economie zal thuiswerken een groot deel van het werkende leven blijven bepalen. De terugkeer naar de bedrijfslocatie zal het grootst zijn in sectoren waar kennis en vertrouwen tussen mensen een relatief grote rol spelen; daar zit thuiswerken de productiviteit mogelijk in de weg. In andere sectoren, waar kennis en vertrouwen tussen mensen een relatief kleine rol spelen, heeft de toename van thuiswerken sinds corona juist een welvaartsverhogend effect.

Naast verschillen in de mate van thuiswerken na corona tussen sectoren, bestaan er grote verschillen in thuiswerkwensen tussen groepen werknemers: hoog opgeleide werknemers en werknemers met een hoger inkomen willen doorgaans meer thuiswerken. En hoogopgeleide vrouwen met kinderen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar willen meer thuiswerken dan vrouwen zonder kinderen in die leeftijdscategorie. Bovendien lijkt de wens tot thuiswerken niet altijd aan te sluiten op wat werkgevers van werknemers verlangen; vooral de laagste inkomensgroepen willen veel meer thuiswerken dan ze (verwachten te) mogen van hun werkgevers.

Los van of werknemers en werkgevers elkaar hierin kunnen vinden, is het ook de vraag hoe organisaties thuiswerken gaan vormgeven als werknemers op verschillende momenten thuis en op kantoor werken. Voor werknemers die relatief veel thuiswerken, bestaat het risico dat zij uit het zicht raken en zo mogelijke carrièrekansen misslopen. Maar ook de bedrijven waar dit speelt, lopen wat mis. Zij maken mogelijk suboptimaal gebruik van het talent dat wel degelijk aanwezig is binnen de organisatie. En tot slot ligt er natuurlijk de uitdaging voor bedrijven om ervoor te zorgen dat de juiste werknemers elkaar fysiek kunnen ontmoeten op de momenten waarop dat noodzakelijk is. Hoe thuiswerken na de coronamaatregel precies zal worden ingevuld, is niet goed te voorspellen, maar dat zich hiermee grote organisatievraagstukken aandienen, is wel duidelijk.

Lees verder ….

Bron: Rabobank